zondag 15 maart 2009

Welkom!

Welkom op deze weblog. Op deze weblog vind je thematische leskisten voor groep 1 tot en met 8. Deze leskisten bevatten voorleesboeken, informatieboeken en boeken die de kinderen zelf kunnen lezen, vandaar 'L(e)eskisten'. Voor elke groep is er een variatie aan lessen. Zo zitten er reken- en taallessen bij, maar ook gymlessen en muzieklessen. Om te weten welke boeken, materialen en spullen je nodig hebt om elke lessenserie uit te kunnen voeren dien je te klikken op de knop 'Leskist groep (de groep waaraan je de serie wilt geven)'. Alle bijlagen staan onder de knop 'extra's.
Ik wens jullie veel plezier met deze Le(e)skisten!

vrijdag 13 maart 2009

Bijlagen

Kleuters:
* Zwangere Mama
* Werkblad Rekenen met babyspullen
* Werkblad Letters herkennen

Groep 3:
* Heksenversje en liedje
* Kladblaadje toverspreuken
* Woordweb
* Woordzoeker heksen

Groep 4:
* De schatkaart
* Doodshoofd sjabloon
* Piratenlied
* Stellingen piraten

Groep 5:
* Elfjes
* Pesten is geen spelletje
* Pestprotocol

Groep 6:
* Lied: Ga vannacht niet uit

Groep 7:
* Cyberwerkblad
* Tekst bij filmpjes

Groep 8:
* Gevoelige gedichten

Leskist Groep 1/2 Baby's

Baby's

De volgende materialen en spullen heb je nodig om de lessenserie volledig uit te kunnen voeren:

Boekenlijst:
Verhalen:
Boek: Hallo Baby - Carry Slee ISBN: 9789064940743
Boek: Mam, Waar was ik toen? – Ineke van Herk-van Rijssel ISBN: 9789058298775
Boek: Waar komen baby’s vandaan? - Sally Ann Wright ISBN: 9789026613210
Boek: Beschuit met heel veel muisjes – Vivian den Hollander ISBN: 9789026997877
Boek: De buitelende baby in mama’s buik – Thomas Svensson ISBN: 9789021612669
Boek: De baby - Lydia van Andel ISBN: 9789011039889
Boek: Liselotje krijgt een zusje - Marianne Busser ISBN: 9789026901485
Boek: Baby - Marion de Graaff ISBN: 9789001149727
Boek: Kunnen papas ook kindjes krijgen? -Sylvia Schneider ISBN:

Informatieboeken:
Boek: De baby - Lydia van Andel ISBN: 9011039882
Boek: Baby's - Karin van Munster ISBN: 9789001133030
Boek: Een baby'tje op komst - William Sears ISBN: 9789024382934
Boek: Babyzaadjes - Thierry Lenain ISBN: 9789059540231
Boek: Waar komen baby's vandaan - Angela Royston ISBN: 9789020686753

Materialen per les:
Les 1:

Boek: Hallo Baby - Carry Slee

Les 2:
Boek: Mam, Waar was ik toen? – Ineke van Herk- van Rijssel
Boek: Waar komen baby’s vandaan? - Sally Ann Wright
Bijlage: Zwangere mama + dikke buik en baby
Lijm
Wol voor haar
Schaar of prikpennen
Kleurpotloden
Gekleurde vellen karton
Krantensnippers
Vloeipapier, verschillende kleuren

Les 3:
Verschillende maten flesjes
Verschillende maten babyluiers
Rammelaar
Geboortekaartje
Rompertje
Ooievaartje (klein)
Beschuit met muisjes
Werkblad 1 (zie bijlagen): Rekenen met babyspullen

Les 4:
Boek: Beschuit met heel veel muisjes – Vivian den Hollander
Babyfoto’s van alle kinderen uit de klas en van jezelf
Geboortekaartjes van alle kinderen en jezelf
Een meetlat
Lange stroken papier

Les 5:
Liedje baby
Werkblad letters herkennen (zie bijlagen)

Les 6:
Vouwblaadjes
Vouwvoorbeeld
Wc-rolletjes (1 per kind)
Lijm
Macaroni of rijst
Vloeipapier
Gewoon gekleurd papier

Les 7:
Boek: Hallo Baby - Carry Slee
Blad met vragen voor de verloskundige
Uitgenodigde verloskundige

Afsluiting project:
Beschuit
Muisjes
Iemand die net een baby heeft gekregen
Boek: De buitelende baby in mama’s buik – Thomas Svensson

Lessenserie Groep 1/2 Baby's

Les 1: Verhaal voorlezen

Doel:
- Het doel van deze les is het onderwerp van de lessenserie te introduceren en een beginsituatie te schetsen, dus “Wat weten de kinderen al?”

Inleiding:
Je vertelt de kinderen dat je zo een verhaal gaat voorlezen. Hierbij laat je ze alvast de voorkant van het boek ‘Hallo baby’ zien, maar vertelt de titel nog niet. Je vraagt aan de kinderen waar ze denken dat het boek over gaat en waarom ze dat denken. Na eventjes raden zeg je dat het tijd wordt om te kijken of het klopt wat de kinderen denken.

Kern:
Je leest de eerste twee hoofdstukken voor.

Afsluiting:
Je vraagt waar de eerste twee hoofdstukken over gingen en of de kinderen het goed geraden hadden voordat je voor ging lezen. Daarna stel je de volgende vragen:
- Wie heeft er een klein broertje of zusje?
- Weet je nog hoe het ging toen hij of zij geboren werd?
- Wie kent er een baby?
- Wat heb je allemaal nodig als er een baby komt?

Hierna vraag je de kinderen om allemaal iets mee te nemen voor op de baby tafel in de klas. Dit mag iets zijn van toen ze zelf een baby waren, maar ook dingen waarvan ze zelf vinden dat die bij baby’s horen.

________________________________________________________

Les 2: Waar komen baby’s vandaan?

Doel:
- De kinderen leren dat vroeger aan kinderen werd verteld dat de baby door de ooievaar werd gebracht.
- Daarnaast leren de kinderen waar baby’s echt vandaan komen en hoe dit in zijn werk gaat.

Inleiding:
Vraag aan de kinderen hoe je kunt zien dat er ergens een kindje geboren is. Hieruit zal komen dat er dan blauwe of roze slingers en ballonnen hangen, maar uiteindelijk zal je op een ooievaar uitkomen. Vraag aan de kinderen waarom er dan een ooievaar in de tuin staat.
Wanneer de kinderen hier niet uitkomen vertel je ze dat er vroeger tegen kinderen werd verteld dat de ooievaar baby’s bracht.
Hierna vraag je waar de baby’s dan wel vandaan komen. Weten de kinderen het niet, of maar gedeeltelijk? Dan wordt het tijd voor een boek.

Kern:
Kies één van bovenstaande boeken. Je kunt ze natuurlijk ook allebei voorlezen. Lees dit boek voor en bespreek na het boek met de kinderen waar het boek over ging. Kunnen ze met elkaar een korte ‘samenvatting’ geven van de manier waarop baby’s geboren worden?

Afsluiting:
Samen met de kinderen ga je een zwangere mama knutselen. Hiervoor gebruik je bijlage 1. Laat de kinderen de mama, de buik en de baby eerst inkleuren en dan uitprikken. Hierna plak je de mama op het karton. Dan laat je de kinderen de kranten in kleine stukjes scheuren. Ze hebben niet heel veel nodig. Dan leggen ze een aantal snippers op de buik van de mama en daarop de baby. Van te voren heeft de leerkracht al rondjes van het vloeipapier geknipt. Dit plakken ze over de kranten en de baby heen, maar kies wel lichte kleuren, zodat de baby nog te zien is. Als laatst kunnen de kinderen de mama met de wol nog haren geven, zodat het een echte mama lijkt.
________________________________________________________

Les 3: Rekenen met babyspullen

Doel:
- De leerlingen oefenen met de begrippen groot, groter, grootst, klein, kleiner en kleinst.
- De kinderen oefenen met kleuren
- De kinderen proberen te onthouden wat er allemaal op tafel ligt en wat de juf weg heeft gehaald.

Inleiding:
Haal uit de tas een aantal flesjes. Geen van deze flesjes mag even groot zijn. Vertel aan de kinderen dat er baby’tje is wat net geboren is en vraag ze welk flesje deze zou krijgen. Dan vertel je over een baby’tje die al bijna 1 jaar oud is. Vraag weer aan de kinderen welk flesje die zou krijgen. Zo laat je verschillende leeftijden van baby’s aan bod komen, totdat de kinderen alle flesjes benoemd hebben.
Doe nu hetzelfde met de luiers.

Kern:
Haal de rest van de babyspullen uit je tas. Laat de kinderen benoemen wat het is en waar het voor gebruikt wordt. Hierna leg je de bedoeling van het spel uit: Iedereen gaat zo meteen heel goed kijken naar alle spullen op tafel en proberen deze allemaal te onthouden. Straks ga ik iemand uit de klas sturen en haal ik 1 dingetje weg. Het kindje wat dan weer de klas in komt moet raden wat er weg is.
Vertel hierbij wel aan de kinderen dat ze het niet voor mogen zeggen.

Afsluiting:
De kinderen krijgen het werkblad rekenen met babyspullen. Je legt uit wat ze moeten doen waarna de kinderen de opdracht uitvoeren.
________________________________________________________

Les 4: Babyfoto’s en geboortekaartjes

Begin deze les met het boek: Beschuit met heel veel muisjes van Vivian den Hollander.

Doel:
Kinderen herkennen aan kenmerken die ze sinds hun geboorte hebben.
Kijken naar wat er allemaal op een geboortekaartje staat
Vergelijken tussen baby en nu

Inleiding:
Leg alle foto’s op tafel. Alle kinderen mogen rond de tafel lopen om rustig alle foto’s te bekijken. Hierna gaan ze weer op hun stoel zitten.
Dan pak je de geboortekaartjes erbij. Je vertelt er verder nog niets over, maar kijkt alleen naar de namen. Je noemt de naam op het geboortekaartje op en geeft een kind de beurt die denkt dat hij/zij weet bij welke foto dat geboortekaartje hoort. Aan het kind van wie het geboortekaartje is wordt gevraagd of dit klopt. Klopt dit niet, dan krijgt een ander kind de beurt. Op deze manier worden alle geboortekaartjes bij de foto’s geplaatst.

Kern:
Je vertelt dat jullie nu weten hoe alle kinderen eruit zagen toen ze nog een baby waren en dat ze alle geboortekaartjes hebben gezien. Hierna vraag je wat er nu eigenlijk op een geboortekaartje staat. Hoe ver komen de kinderen hierbij? Uiteindelijk moet het duidelijk zijn voor de kinderen dat er naast hun naam ook hun lengte en gewicht op het kaartje staat.

Afsluiting:
De kinderen hebben gemerkt dat ze erg zijn veranderd door naar de foto’s te kijken. Maar is hun lengte ook veranderd? Dit gaan jullie samen bekijken met de meetlat. Van te voren zijn er stroken geknipt met de lengte van het kind die op het geboortekaartje staat. Laat deze stroken zien. Je gaat nu de kinderen meten met de meetlat. Dan zet je een streepje op de strook papier, zodat het kind weet waar de strook afgeknipt moet worden. De twee stroken (dus die van baby en van nu) hang je naast elkaar aan de muur. Hierdoor kunnen de kinderen het verschil in lengte zien.
________________________________________________________

Les 5: Liedje over een baby

Doel:
- Leren van een liedje en deze onthouden
- Letters herkennen

Inleiding:
Tijdens de inleiding laat je het liedje (zie link 1) een paar keer horen.
Baby'tje, baby'tje wat ben je nog klein.
Vind je het prettig om bij ons te zijn?
Een wiegje, een luier, een flesje erbij!!
En allemaal vriendjes,die vriendjes zijn wij!

Wanneer de kinderen mee kunnen doen laat je ze zachtjes meedoen. Als je merkt dat de meeste kinderen het liedje kennen, doe je zelf een keer niet mee. Geef dit van te voren wel goed aan.

Kern:
Werkblad 2: Letters herkennen
Geef de kinderen het werkblad en leg goed uit wat de bedoeling is. De kinderen moeten de letter die in het midden staat zoeken tussen alle letters die op het blad staan.

Afsluiting:
Je herhaalt het liedje nog een paar keer. Je kunt als variatie nog een keer alleen de jongens het versje laten zeggen en daarna alleen de meisjes. Misschien kunnen sommige kinderen hem wel alleen.
________________________________________________________

Les 6: Knutselen

Doel:
- De kinderen oefenen met vouwen

Inleiding:
Je vertelt de kinderen dat er geknutseld gaat worden in 2 groepen. (je kunt deze les ook in 2 lessen doen). De ene groep gaat een wiegje vouwen, de andere groep gaat een rammelaar maken. Van te voren leg je uit hoe de rammelaar gemaakt moet worden: Scheur stukjes vloeipapier en plak deze op een wc rolletje. De ene kant van het wc-rolletje wordt dichtgemaakt met papier, de andere kant blijft nog open. Vertel de kinderen dat ze macaroni in het rolletje mogen doen als de ene kant dicht is. Wanneer dit erin zit maken ze de andere kant dicht. Hierna kan er gerammeld worden!

Kern:
De kinderen die de rammelaar gaan maken gaan aan het werk. Met de rest van de kinderen ga je samen vouwen(zie vouwvoorbeeld hieronder). Jij doet het voor en de kinderen doen het na. Dit geeft je ook de kans om de rest van de klas in de gaten te houden en te kijken of iedereen aan het werk is.

Afsluiting:
Je vertelt dat de groepen op een ander moment gewisseld worden en zoekt samen met de kinderen een mooi plekje voor de knutselwerkjes in je klas.
________________________________________________________

Les 7: Verloskundige

Lees van te voren hoofdstuk…. In het boek hallo baby, waarin Iris en Michiel meegaan naar de vroedvrouw.

Wanneer je contact opneemt met een verloskundigenpraktijk in de omgeving zal er vast wel een verloskundige zijn die je kunt uitnodigen in de klas om meer te vertellen over zijn/haar vak.

Doel:
De kinderen kunnen de vragen die ze nog hebben over baby’s stellen aan de verloskundige stellen.

Inleiding:
Voordat de verloskundige komt is het wel handig om alvast met de kinderen vragen te bedenken. Deze vragen schrijft de leerkracht op.

Kern:
De kinderen kunnen de vragen die bedacht zijn aan de verloskundige stellen. Deze vertelt meer over haar vak en wat zij doet wanneer er een baby geboren wordt.

Afsluiting:
De verloskundige krijgt het liedje wat geleerd is in les 5 te horen, waarna deze les afgelopen is.
________________________________________________________

Afsluiting project:


Samen met de kinderen maak je een gezellige middag. Jullie doen net alsof er pas een baby geboren is of misschien is er in de omgeving wel iemand die pas een baby heeft gekregen en die deze middag graag met jullie wil delen.
Hiervoor maak je beschuit met muisjes ( er zijn ook kleine beschuitjes) en limonade.

Hierna lees je het boek ‘de buitelende baby in mama’s buik’ voor. Dit is een soort samenvatting van alle lessen die je hebt gegeven.

donderdag 12 maart 2009

Leskist Groep 3 Heksen

Heksen

De volgende materialen heb je nodig om de lessenserie zo volledig mogelijk uit te kunnen voeren.

Boekenlijst:
Verhalen:
Boek: Een heks in mijn buurt ISBN: 9789044714043
Boek: Roos wil een heks zijn ISBN: 9789058380319
Boek: De Heks ISBN: 9789020680331
Boek: Heks wint een prijs ISBN: 9789052472324

Informatieboeken:
Heksen - Marie José Balm ISBN: 9789001146382

Les 1:
Boek: Verhalen van de boze heks – Hanna Kraan
ISBN: 9789060697924
Toverstokje (geknutseld)
Speelzaal/ (kleuter)gymzaal

Les 2:
Bijlage 2.
Zwart papier
Goud en zilver pennen
Heksenhoed (geknutseld)
Toverstokje (geknutseld)
Oud boek met vergeelde pagina’s
Lijm
Stukje zwart nepbont
Nepspin

Les 3:
Heksenketel
Heksenhoed
Bijlage 3.
De materialen die de kinderen tijdens de les verzinnen.

Les 4:
Bijlage 4.

Les 5:
Stiltebelletje
Stok
Blinddoek
Heksenspulletjes

Les 6:
een lang en dik touw van ongeveer 5 meter
de toverformule op papier

Les 7:
Boek: Een heks in mijn buurt
Boek: Roos wil een heks zijn
Boek: De Heks
Boek: Heks wint een prijs

woensdag 11 maart 2009

Lessenserie Groep 3 Heksen

Heksen

Les 1: Verhaal ‘De Boze Heks’

Doel:
Het doel van deze les is het onderwerp van de lessenserie introduceren en te inventariseren wat de kinderen al weten van dit onderwerp.

Inleiding:
Je vertelt de kinderen dat jullie een project gaan doen met als thema ‘Heksen’. Dan lees je het verhaal van de boze heks voor.

Kern:
Hierbij vraag je aan de kinderen wat er gebeurde in het verhaal. Probeer samen met de kinderen tot een korte samenvatting van het boek te komen. Ook vraag je aan de kinderen of de boze heks wel echt een boze heks was en waarom. Wie van de kinderen zou er wel een heks willen zijn? Waarom? Of waarom juist niet? Wat zouden de kinderen toveren wanneer ze een heks waren?

Afsluiting:
Om deze les af te sluiten heb je een (kleuter)gymzaal nodig. Je gebruikt het liedje op bijlage 1 en laat de kinderen één voor één heks zijn. Ze mogen zelf verzinnen waar ze de andere kinderen in om toveren. Als het liedje helemaal afgezongen is bewegen de kinderen zich even in het dier waarin ze omgetoverd zijn.

Les 2: Woordweb



Doel:
De kinderen verzinnen zoveel mogelijk woorden die met heksen te maken hebben.

Inleiding:
Alle kinderen krijgen bijlage 2 en vullen in elk vakje een woord in wat met heksen te maken heeft. Ondertussen tekent de leerkracht op het bord een groot spinnenweb.

Kern:
De kinderen gaan in groepjes van twee de woorden uitwisselen die ze hebben bedacht. Hierna worden de woorden die ze gevonden hebben aan de hele klas verteld, waarbij de leerkracht ze op het bord schrijft in het spinnenweb. De kinderen kijken of ze de woorden die ze opgeschreven hadden goed hadden geschreven.

Afsluiting:
De kinderen krijgen bijlage 3: de woordzoeker en gaan hier mee aan de slag. Wie als eerste klaar is krijgt een klein prijsje (heksenhyl).

Les 3: Toverspreuken

Doel:
De kinderen bedenken toverspreuken en schrijven deze op hun allermooist op in het grote toverboek.

Inleiding:
Je vraagt aan de kinderen of ze het liedje nog kennen wat je vorige les met ze gezongen hebt. Daarin zat ook een toverspreuk! Kan iemand deze toverspreuk opzeggen? Wat zal deze toverspreuk betekenen? Zal hij ook nog omgekeerd kunnen worden? En hoe onthoudt een heks al haar toverspreuken?

Kern:
Je legt aan de kinderen uit (wanneer ze hier zelf niet mee komen) dat een heks een boek heeft met toverspreuken. Omdat ze nu in een ‘heksenklas’ zitten gaan ze ook toverspreuken bedenken voor in het grote toverspreukenboek. Geef alle kinderen eerst bijlage 3. waarop ze een aantal spreuken kunnen bedenken. Geef ze daarna de tijd om samen met hun buurman/buurvrouw te overleggen welke spreuken er wel en welke er niet in het toverspreukenboek komen. Hierna krijgen ze een zwart vel papier, waar ze met zilveren of gouden stift hun toverspreuken op schrijven, maar ook hoe je weer gewoon kunt worden.

Afsluiting:
Een aantal kinderen vertellen welke toverspreuk ze hebben bedacht en wat deze toverspreuk met je doet. Ook vertellen ze van te voren hoe je weer gewoon kunt worden. Dan krijgen ze een heksenhoed op en zeggen hun toverspreuk. De klas gedraagt zich dan eventjes alsof ze betoverd zijn, wanneer de “heks” zijn/haar ‘gewoonwordspreuk’ weer zegt, zit de hele klas weer netjes op zijn stoel.

Afwerking van de les:
Van alle blaadjes met toverspreuken wordt een boek gemaakt. Om dit op een echt heksenboek te laten lijken, kun je een oud boek nemen en hier de toverspreuken inplakken. Daarna maak je een mooie kaft om het boek heen van zwarte nepbont met een nepspin erop. Resultaat: een heksentoverboek!

Les 4: Heksenversje

Doel:
Het doel van deze les is het aanleren van het liedje ‘zeven heksen’ aan de kinderen en hier bewegingen bij verzinnen.

Inleiding:
Je laat de kinderen een aantal keer het versje horen en begint dan samen met de kinderen het versje couplet voor couplet op te zeggen.

Kern:
Kies nu zeven kinderen uit die de heksen zijn. Het eerste kind dat je kiest doet couplet 1, de tweede couplet 2 etc. Wanneer het versje opgezegd is kies je zeven andere kinderen.

Als alle kinderen het versje goed kennen ga je er bewegingen bij verzinnen en materialen bij bedenken. Laat de kinderen het eerste couplet opzeggen en verzinnen welke materialen en bewegingen daarbij passen. (een grote ketel, grote lepel of stok, heksenhoeden, pijpenrager als regenwurm) Doe dit bij elk couplet en kijk met de kinderen of deze materialen te verzamelen zijn.

Afsluiting:
Uiteindelijk kun je dit versje opvoeren aan de ouders of als weeksluiting/maandsluiting gebruiken.

Les 5: Heksengym

Doel:
Lekker bewegen met het thema heksen.

Inleiding:
Rondvliegen op stokken. Met behulp van toverbelletjes een afspraak voor stilte maken. Je kunt kris-kras vliegen, maar ook allemaal achter elkaar aan. Hoog, laag, vlug of langzaam.

Kern:
Weg met de toverstok. Opstelling: Eén speler (de heks) is tikker en staat in een hoek van de speelzaal. De anderen (de plaagkabouters) staan verspreid in de zaal. Eén van hen (de opperplaagkabouter) heeft een (tover-) stok bij de uiteindes vast. (dat is vooral voor de veiligheid) De kabouters geven de stok horizontaal aan elkaar door. Juf geeft aan wanneer de heks komt om haar toverstok terug te eisen, de heks probeert de opperplaagkabouter te tikken. Dat valt niet mee want telkens is een andere kabouter de opperplaagkabouter. Afspraak: je mag niet gooien met de stok. En je moet hem met twee handen vast houden.

Afsluiting:
De slapende heks. Allemaal in een kring, de heks zit met een blinddoek in het midden. Rondom haar staan wat van haar spulletjes. Op aanwijzen van de juf nemen sommige kinderen iets weg. Dan mag de heks kijken en zeggen wat er weg is, heeft ze het goed dan wordt het er weer bij gelegd. Raad ze het niet dan kunnen er aanwijzingen gegeven worden.

Les 6: De heksen rekenles


Doel:
Kinderen meetactiviteiten uit laten voeren

Inleiding:
Het touw ligt midden in de kring. Je vertelt dat je ’s ochtends wakker werd en dat het touw naast je bed lag. Er zat een briefje bij waarop stond dat het touw een tovertouw is en dat het kan praten als je hem levend maakt.Op het briefje staat welke toverspreuk je moet zeggen om hem te laten praten. Zullen we het proberen?
1 stap naar voren, 2 stapjes vlug
kruip onder het touw en dan weer terug
touw, touw, tovertouw
spreek je nou?

Kern:
Met de kinderen zeg je de toverspreuk en voer je de bewegingen uit. Natuurlijk begint het touw te praten.
- Het touw wedt met de kinderen dat hij langer is dan alle kinderen bij elkaar
- Het touw wedt met de kinderen dat hij langer is dan 5 kinderen
- Het touw wedt dat alle kinderen in hem kunnen staan
- Het touw wedt dat hij … keer om de ….. (boom, kast enz) heen past.
- Het touw wedt dat hij in …. keer aan het einde van de gang is
- Enz.
Steeds wordt er geschat of het touw gelijk zal hebben of niet. Daarna vindt de meetactiviteit plaats, om uit te vinden wie er gelijk had.

Les 7: Lezen

Doel:
Het kunnen verwoorden van wat de kinderen gelezen hebben.

Inleiding:
Vertel aan de kinderen dat ze aan de slag gaan met boeken. Dit gaan ze doen in vier groepen (of er moeten meer heksenboeken op het niveau van de klas zijn). Wanneer ze de boekjes gelezen hebben moeten ze in de andere groepjes vertellen waar hun boekje over ging.

Kern:
De kinderen lezen de boekjes in hun groepje.

Afsluiting:
Je geeft de kinderen in elk groepje een nummer. Alle nummers 1 gaan bij elkaar zitten, alle nummers 2 etc. In deze groepjes vertellen de kinderen waar hun boekje over ging. Zij zijn experts op het gebied van hun boekje.


De Heksenhoek

Een heksenhoek kan je maken met behulp van zwart landbouwplastic. Met een groot heksentoverboek waarin de zelfbedachte toverspreuken in staan (les 2). Recepten voor toverdrank maken.In de heksenhoek zijn natuurlijk volop verkleedspullen, een grote heksenketel op een hele berg kreupelhout, met glimmende rode, oranje en gele (cellofaan) vlammen.

Vul potjes met:
- Spinnenpootjes (zwarte pijpenragers),
- sprinkhaanvleugeltjes (vruchtjes van de esdoorn),
- giftige paddenstoelen (champignons),
- ogen van een hagedis (erwten)
- varkens hersentjes (macaroni)
- verstijfde wormen (halve stengels spaghetti)
- dode vliegen (rozijnen)
- stof (gemberpoeder)
- nageltjes van een zieke kip (rijst)
- rattenstaartjes (dunne sliertjes leer)
- haren uit een reuzenbaard (cocos-touw)
- veren van een valse valk (plumeau veertjes)
- toverzout (zout met glitter),
- elfentraantjes (lichtblauw ecoline water),
- slakkenogen (kruidnagel),
- drakenbloed (groen ecoline water)

dinsdag 10 maart 2009

Leskist Groep 4 Piraten

Piraten

Deze materialen heb je nodig om deze lessenserie zo volledig mogelijk uit te kunnen voeren:

Boekenlijst:
Verhalen
Boek: Woeste Willem - Ingrid & Diete Schubert ISBN: 9789060698419

Zelf lezen:
Boek: Een echte piratenmeid - Els Rooijers ISBN: 9789027631732
Boek: De gemaskerde hond - Betty Sluyzer ISBN: 9789060566237
Boek: Lilly de heks en de piraten - Birgit Rieger ISBN: 9789066922099
Boek: Mijn piratenboek - Sally Grindley ISBN: 9789000033478
Boek: Piraat Graat - Daniëlle Schothorst ISBN: 9789027663955
Boek: Piraten, ahoy! - Knister ISBN: 9789020683523
Boek: Piratenfeest - Mieke van Hooft ISBN: 9789025106874
Boek: Een winter met piraten - W.J.M. Wippersberg ISBN: 906174945X

Informatief
Boek: Piraten - John Mattews ISBN: 9789021580203
Boek: Piraten aan boord - Anne Sophie Baumann & Remi Saillard ISBN: 9789076830056
Boek: Piraten - Marja Baeten & Harmen van Straten ISBN: 900500987X
Boek: Piraten - Pierre-Marie Valat ISBN: 9789054833185
Boek: Vandaag ben ik een piraat - Vivian den Hollander ISBN: 9789026917769

Materialen per les:

Voorbereiding:
Leg twee vellen papier in een schaal met thee en laat het even weken. Laat het papier daarna opdrogen.

Hierna kun je op één papier het volgende op schrijven:
Beste vinders van deze fles,
Als je deze fles vindt ben ik er waarschijnlijk niet meer.
De vijand zit namelijk vlak achter ons.
In deze fles vind je een schatkaart.
Zorg dat niemand anders dan jullie de schatkaart krijgt.
Ontcijfer deze kaart en zoek de schat.
Het zou namelijk zonde zijn als hij voor altijd verborgen ligt.
Succes met zoeken!
Groet,Piraat Zwartbaard

Op het andere papier teken je een schatkaart (een plattegrond van de school). Hierbij kun je aanwijzingen zetten. Bijvoorbeeld: Begin bij de deur van de school, doe dan 50 stappen naar rechts, nu draai je een kwart naar links, 30 stappen etc.Voordat je les 7 gaat uitvoeren moet je op de plek waar deze schatkaart uitkomt de schat verstoppen.

Les 1: De brief in de fles
* Fles
* Opgerolde brief en schatkaart in de fles
* De zelfleesboeken over piraten

Les 2: Verhaal "Woeste Willem" en "Piraten"
* Boek: Woeste Willem - Ingrid & Diete Schubert
* Boek: Piraten - John Mattews
* Bijlage: Stellingen piraten

Les 3: Piratenschip maken
* A3 papier (eventueel gekleurd)
* Papier voor kraaiennest, kanonsgaten, roer, piraten
* Zwart papier voor piratenvlag
* Wit potlood om een doodshoofd te tekenen
* Blauw papier om een zee te maken
* Een tafel om de schepen op neer te zetten

Les 4: Piratenkleding
Voorbereiding:
Laat alle kinderen een zwart t-shirt meenemen

* Stof om ooglapjes van te maken
* Sjabloon van een ooglapje op het bord
* Zwart papier voor de piratenhoed
* Witte verf voor de piratenhoed
* Bijlage: Doodshoofd sjabloon
* Witte textielverf

Les 5: Piratenlied

* http://www.kruisenmol.nl/ => onderbouw => alles in de wind => lesmateriaal en mp3 => liedjes mp3 piratenlied
* Kleding uit les 4

Les 6: Schat maken
Voorbereiding: Laat de kinderen iets meenemen wat voor hen waardevol is.
* 1 doosje per leerling
* verschillende kleuren vloeipapier
* schatten van de kinderen
* papier voor lootjes

Les 7: Schatkaart rekenen
* Schatkistjes uit les 6
* Papier om schatkaarten op te tekenen
* Potloden
* Schatkaart uit de fles

Afsluiting project:
* Schatkaart uit de fles
* Schat met daarin:
* Limonade
* Bekertjes
* Schatkistjes (redband)

maandag 9 maart 2009

Lessenserie Groep 4 Piraten

Piraten


Les 1: De brief in de fles

Doel:
- Het doel van deze les is om het thema piraten te introduceren.

Inleiding:
Je vertelt dat je vanmorgen langs het water reed en dat je opeens iets zag drijven. Je hebt het opgevist en het bleek een fles te zijn. Toen je in de fles keek bleek dat er een brief in zat. Natuurlijk heb je gewacht totdat de kinderen op school waren voordat je de brief ging lezen.

Kern:
Lees de brief voor. Vraag aan de kinderen van wie de brief was. Wat is een piraat? Wat doen piraten?
Je vertelt dat jullie aan het eind van de week de schat gaan zoeken, omdat jullie eerst nog wat meer moeten leren over piraten.

Afsluiting:
De kinderen gaan nu zelf boeken lezen over piraten, om zo meer informatie over ze te verkrijgen. Deze informatie kunnen ze tijdens de rest van het thema goed gebruiken.


Les 2: Verhaal Woeste Willem en piraten



Doel:
- De kinderen beleven het leven van een piraat en geven hun mening/discussiëren over verschillende stellingen.
- De kinderen oefenen met het verwoorden van hun mening.

Inleiding:
Je leest het verhaal van Woeste Willem voor.

Kern: (deze zou je ook de volgende dag kunnen doen)
Je leest het boek over Piraten voor. Hierna bespreek je met de kinderen de verschillen tussen echte piraten en Woeste Willem.

Afsluiting:
Je geeft de kinderen de stellingen. Op dit blad staan vier stellingen waaronder de kinderen hun mening moeten schrijven. Met de hele klas wissel je deze meningen uit. Probeer de kinderen goed te laten verwoorden waarom ze iets wel of niet vinden.

Les 3: Piratenschip maken

Inleiding:
Samen met de leerlingen bedenk je wat er opvallend is aan een piratenschip. Wat heeft het wat andere boten niet hebben? (Piratenvlag, kraaiennest, kanonnen, roer etc. )

Kern:
Samen met de kinderen vouw je boten van wit A3 papier. Van deze boten worden echte piratenschepen gemaakt. Dus met kanonsgaten, een kraaiennest en natuurlijk piraten aan boord.

Afsluiting:
Maak op een tafel in de klas een zee. Hierop kun je de boten neerzetten. Bespreek samen met de kinderen wat voor opvallende piratenschip dingen ze op hun boot hebben gemaakt.

Les 4: Piratenkleding maken






Voorbereiding:
Laat alle kinderen van thuis een zwart t-shirt meenemen.

Inleiding:
Je vraagt aan de kinderen of ze weten hoe een piratenvlag eruit ziet. En hoe ziet een piraat eruit volgens de kinderen? Wat draagt een piraat?

Kern:
Deze les vindt plaats in een circuit. Dit circuit bestaat uit drie verschillende onderdelen, namelijk een piratenhoed, een piratenooglapje en een piratenshirt maken.

Groep 1 Piratenhoed:
http://knutselsite.be/carnaval-1/piratenhoed

Groep 2 Ooglapje:
Teken voor de kinderen in deze groep een sjabloon op het bord. Dit sjabloon moeten ze op de zwarte stof tekenen en uitknippen. Wanneer ze dit goed doen, kunnen ze straks een ooglapje omdoen.

Groep 3 Piratenshirt:
Laat de kinderen de sjablonen uitknippen en op hun zwarte t-shirt leggen. Hierna krijgen ze witte textiel verf van jou. Vertel aan de kinderen dat ze moeten proberen om het sjabloon zo stil mogelijk op het t-shirt te laten liggen tijdens het verven voor het mooiste effect.

Afsluiting:
Wanneer de shirts genoeg gedroogd zijn kunnen de kinderen ze aantrekken. Laat alle kinderen zich omkleden als piraat en maak een mooie groepsfoto.

Les 5: Piratenlied

Inleiding:
Samen met de kinderen leer je het piratenlied.

Kern:
Maak groepjes van ongeveer 6 kinderen en laat de kinderen een piratendans maken op het lied.

Afsluiting:
De kinderen voeren de piratendans voor elkaar uit in de kleren die ze tijdens les 4 gemaakt hebben.

Les 6: Schat maken


Inleiding:


Vraag aan de kinderen wat zij in een schatkist zouden willen vinden. Wat is voor hun een schat? Wat stop je eigenlijk in een schatkist?

Kern:
Samen met de kinderen ga je schatkisten maken. Hiervoor gebruik je kleine doosjes die de kinderen mooi beplakken met allerlei snippers gekleurd vloeipapier. In de schatkist stoppen ze iets kleins, bijvoorbeeld ene mooie steen, een dennenappel, een knikker etc. Schrijf op de schatkisten goed de namen!

Afsluiting:
Nu ga je met de kinderen lootjes trekken. Hierdoor krijgen ze een schatkist van iemand anders. Dit hoeft niet geheim te blijven. Vertel de kinderen dat jullie hier tijdens de rekenles mee aan de slag gaan.

Les 7: Schatkaart Rekenles



Doel:
Het kunnen ontcijferen en gebruiken van een schatkaart.

Inleiding:
Je deelt de schatkisten van de kinderen uit aan de kinderen die het lootje met diegene zijn naam hebben getrokken. Vertel de kinderen dat ze een schatkaart gaan tekenen voor het kind waarvan ze het lootje hebben getrokken. Natuurlijk moet dat geheim zijn. Daarom gaan de kinderen één voor één de klas uit om hun schatkist te verstoppen in de school. Vertel wel duidelijk dat de schatkist nog wel teruggevonden moet kunnen worden en dat ze goed moeten onthouden waar hij ligt, omdat ze het op de schatkaart moeten tekenen. Hang de schatkaart die je aan het begin van de week uit de fles hebt gehaald als voorbeeld voor de klas.

Kern:
Vertel de kinderen dat ze nu zelf een schatkaart gaan tekenen voor de kinderen waarvan de schatkist op hun tafel staat. Om het spannend te maken kun je alle tafels uit elkaar laten schuiven, zodat niemand op elkaars schatkaart kan kijken.

Afsluiting:
De kinderen geven de gemaakte schatkaart aan het kind van wie ze de schat hebben verstopt. Nu gaan de kinderen op zoek naar de schat. Elkaar helpen is hierbij niet verboden, maar voorzeggen wel.

Afsluiting van het project
Vertel de kinderen dat zij niet de enige zijn die goed schatten kunnen verstoppen. Die piraat
Zwartbaard heeft er ook nog steeds een verstopt die gevonden moet worden. Nu tover je de
schatkaart weer tevoorschijn en legt hem voor je op tafel. De kinderen komen rond de tafel staan en gaan bedenken waar de schat zou kunnen zijn. Met de hele klas ga je nu op zoek naar de schat. Deze ligt ergens in of om de school verstopt.
Wanneer hij gevonden is wordt het smikkelen en smullen, want in de schat zit namelijk limonade, bekertjes en schatkistjes (redband) die je lekker in de klas met elkaar op kunt eten.

zondag 8 maart 2009

Leskist Groep 5 Pesten

Pesten

De volgende materialen heb je nodig om de lessenserie zo volledig mogelijk uit te kunnen voeren.

Boekenlijst:
Voorleesboeken:
Boek: Ze pesten me - Jen Green ISBN: 9789057880438
Boek: Treiterkoppen - Mieke van Hooft ISBN: 9789025107215
Boek: Pudding Tarzan - Ole Lund Kirkegaard ISBN: 9789000034932
Boek: Bikkels - Carry Slee ISBN: 9789064941146

Zelf leesboeken:
Boek: Het pestactieplan - Guy Didelez ISBN:9789022321911
Boek: Ik wil nooit meer naar school - Corrie Hafkamp ISBN: 9789027636935
Boek: Vechten tegen pesten -Guurtje Leguijt ISBN: 9789026610998
Boek: Een vriendin met vuisten - Mirjam Oldenhave ISBN:9789026990335
Boek: Waarom nou? - Tony Ross ISBN: 9789062494644
Boek: Klapzoenen en valsspelers - Carry Slee ISBN:9789064940323
Boek: Kaatje Knal en de Biefstukbende Carry Slee ISBN: 9789064940651
Boek: Ik krijg je nog wel - Mindert Wijnstra ISBN: 9789026202964
Boek: Pestmeiden - Jacqueline Wilson ISBN: 9789076897066

Informatieboeken:
Boek: Pesten - Anne Charlish ISBN: 9789074777896
Boek: Pesten. Wat vind jij? - Trix van Dugteren ISBN:9789085681229
Boek: Plagen : omgaan met plagerijtjes - Jennine Staring ISBN: 9789057880582
Boek: Pesten op school - Peter Vereijken ISBN: 9789005159173

Materialen per les:
Les 1: Voorlezen "Treiterkoppen" en een woordweb
* Boek: Treiterkoppen - Mieke van Hooft
* Groot blad papier
* Stiften

Les 2: Rollenspel pester/slachtoffer
* Boek: Treiterkoppen - Mieke van Hooft

Les 3: Pesten is geen spelletje
* Bijlage: Songtekst pesten is geen spelletje
* Melodie: Pesten is geen spelletje

Les 4: Zelf lezen over pesten
* Boek: Het pestactieplan - Guy Didelez
* Boek: Ik wil nooit meer naar school - Corrie Hafkamp
* Boek: Vechten tegen pesten -Guurtje Leguijt
* Boek: Een vriendin met vuisten - Mirjam Oldenhave
* Boek: Waarom nou? - Tony Ross
* Boek: Klapzoenen en valsspelers - Carry Slee
* Boek: Kaatje Knal en de Biefstukbende - Carry Slee
* Boek: Ik krijg je nog wel - Mindert Wijnstra
* Boek: Pestmeiden - Jacqueline Wilson

Les 5: Scheldwoorden
* Blaadje
* Pennen

Les 6: Elfje over pesten
* Bijlage "Elfjes"
* Uitleg over elfjes op het bord
* Groot vel papier
* Lijm

Les 7: Pestprotocol
* Bijlage "Pestprotocol"
* Bijlage "Pestprotocol" extra groot
* Stiften

zaterdag 7 maart 2009

Lessenserie Groep 5 Pesten

Pesten

Les 1: Voorlezen 'Treiterkoppen' en een woordweb



Lesdoel:
Het doel van deze les is om het onderwerp pesten te introduceren.

Inleiding:
Je vraagt de kinderen of ze aan de titel van het boek kunnen zien waar het over zal gaan. Waarschijnlijk komen ze met het woord treiteren al een heel eind. Om erachter te komen of het waar is, ga je het boek voorlezen

Kern:
Je leest het boek voor. Dit hoeft natuurlijk niet in één keer, maar kun je ook uitspreiden over een heel periode. Het ligt er aan hoe lang je voor dit project wilt gebruiken.

Afsluiting:
Samen met de kinderen maak je als het boek uit is een woordweb op een groot blad wat je op een tafel neerlegt. De kinderen mogen alle woorden erop schrijven waarvan zij vinden dat het met pesten te maken heeft. Wanneer alles erop staat bespreek je met de kinderen waarom zij die woorden erop hebben gezet.

Tip! Hang het woordweb aan de muur, zodat de kinderen het kunnen zien tijdens dit project.

Les 2: Rollenspel pester/slachtoffer




Lesdoel:
De kinderen ervaren hoe het is om een pester te zijn, maar ook hoe het is om gepest te worden.

Inleiding:
Vertel de kinderen dat om de beurt één kind Olaf Stans is uit het boek 'Treiterkoppen'. Een ander kind is Derk. Daarnaast heb je nog een paar meelopers. Ook is er nog een Jacco. Lees een stukje uit het boek nog een keer voor.

Kern:
De kinderen zitten in een kring. Kies een aantal kinderen uit de klas die de situatie na gaan spelen in de kring. Zorg er hierbij wel voor dat sociaal zwakke kinderen en kinderen waarvan je weet dat ze gepest worden geen Olaf zijn. Geef de kinderen ongeveer 5 minuten om zich voor te bereiden. Hierna voeren ze het stukje uit in de kring.

Afsluiting:
Wanneer de hele klas geweest is vraag je aan degene die Olaf gespeeld hebben wat diegene voelde toen hij gepest werd. Ook stel je die vraag aan de pesters en aan de meelopers. Vraag ook aan de kinderen welke rol ze het liefst zouden willen hebben.

Les 3: Pesten is geen spelletje


Inleiding:
Vraag aan de kinderen of ze liedjes kennen waarin pesten voorkomt. Wanneer ze er een paar genoemd hebben deel je de songtekst uit.

Kern:
Samen met de leerlingen ga je naar de tekst kijken. Bespreek eerst met de kinderen welke gevoelens ze allemaal tegenkomen in de tekst. Hierna ga je kijken naar de manieren waarop er gepest wordt. Bespreek ook met de kinderen of zij iemand zouden vergeven die hen pest en waarom of waarom niet.

Afsluiting:
Zing het lied een aantal keer met de kinderen.

Les 4: Zelf lezen over pesten

Doel:
De leerlingen leren om een verhaal samen te vatten en hierna te vertellen aan een andere leerling

Inleiding:
Laat de leerlingen in tweetallen een boek uitkiezen met een titel die ze aanspreekt. Vertel ze dat ze dit boek goed moeten gaan lezen, omdat ze als het boek uit is andere kinderen moeten kunnen vertellen waar hun boek over ging.

Kern:
De kinderen lezen de boeken in tweetallen

Afsluiting:
In kleine groepjes vertellen de leerlingen in 5 minuten hun verhaal aan andere leerlingen. Wanneer ze uitverteld zijn mogen de andere kinderen in het groepje vragen stellen. Dan worden de rollen omgedraaid. Uiteindelijk wordt in het groepje het spannendste boek gekozen. Het groepje wat dat boek heeft gelezen vertelt nog een keer aan de klas waar het boek over ging. Na alle spannendste verhalen te hebben gehoord wordt het spannendste boek gekozen.

Les 5: Scheldwoorden

Inleiding:
Vraag aan de kinderen om op een blaadje zo veel mogelijk scheldwoorden te schrijven in vijf minuten. Laat het kind wat aan het eind van de vijf minuten de meeste scheldwoorden heeft deze oplezen.

Kern:
Vraag aan de kinderen wat nu eigenlijk de functie is van scheldwoorden. Waarom gebruik je scheldwoorden? Wat voor gevoel hoort er bij scheldwoorden. Hoe vind je het wanneer iemand je uitscheldt?

Afsluiting:
Bedenk samen met de kinderen andere woorden voor de woorden die ze hadden bedacht. Deze nieuwe woorden moeten juist niet kwetsend zijn. Voorbeeld: G.V.D. = Pot vol blommen, Shit = Chips etc.

Les 6: Elfje over pesten

Inleiding:
Vertel de kinderen dat ze wel gemerkt hebben dat er bij pesten veel gevoelens komen kijken. Gevoelens zie je ook vaak terug in gedichten. Vandaag gaan jullie ook een soort gedichtje schrijven over gevoelens.

Kern:
Geef de kinderen de bijlage 'Elfjes'
Leg uit hoe een elfje in elkaar zit:
De eerste regel heeft één woord, de tweede twee enz. De vijfde regel heeft weer een woord en bevat een samenvatting van het geheel. Een elfje is dus een woordentellend vers.
Voorbeeld:

Ruzie
Hij Scheldt
Het doet pijn
Ik wil het niet
Pesten

Afsluiting:
Laat de kinderen de gedichtjes voor de klas voorlezen en plak deze daarna op een grote poster in de klas. Hier kunnen de kinderen hun gedichtjes nog een keer nalezen en nadenken over gevoelens.

Les 7: Pestprotocol


Voorbereiding:
Kopieer het protocol voor de hele klas
Zorg ervoor dat je één heel groot pestprotocol hebt wat je op een gekleurd blad plakt.

Inleiding:
Deel de regels van het pestprotocol uit aan de leerlingen en laat ze deze even rustig lezen.

Kern:
Bespreek alle regels eventjes: vraag wat ermee bedoelt wordt. Kunnen de leerlingen een voorbeeld geven?

Afsluiting:
Op het grote blad met het pestprotocol zetten de kinderen hun handtekening. Dit betekent dat ze zich aan de regels zullen houden en dat je als leerkracht terug kan vallen op deze regels, omdat de leerling wordt geacht ze te kennen.

vrijdag 6 maart 2009

Leskist Groep 6 Griezelen

Griezelen


De volgende materialen heeft u nodig om deze lessenserie zo volledig mogelijk uit te kunnen voeren.

Boekenlijst
Voorlezen

Boek: De griezelbus - Paul van Loon ISBN: 9789025837686
Boek: Kippenvel 'Een vampier wordt wakker' - R.L. Stine ISBN: 9789020622089
Boek: Merel is bang - Martine Delfos ISBN: 9789085605140

Zelf lezen
Boek: Angst in de nacht - Reina ten Bruggenkate ISBN: 9789026202933
Boek: Angst op de muur - Else van Erkel ISBN: 9043702196
Boek: Meer angst - Anthony Horowitz ISBN: 9789050162586
Boek: De vampier expres - J.R. Black ISBN: 9789020664034
Boek: De griezelbus 2 - Paul van Loon ISBN: 9789025837693
Boek: De griezelbus 3 - Paul van Loon ISBN: 9789025837709
Boek: De griezelbus 4 - Paul van Loon ISBN: 9789066922242
Boek: De griezelbus 5 - Paul van Loon ISBN: 9789025835941
Boek: De griezelbus 6 - Paul van Loon ISBN: 9789025848378
Boek: Dolfje weerwolfje - Paul van Loon ISBN: 9789025845261
Boek: Bang - Marian van Gog ISBN: 9789073715615

Informatie
Boek: Angst - Yvonne van Osch & Rob Spier ISBN: 9001133509

Materialen per les:
Les 1: Voorlezen "Griezelbus" + woordweb
* Boek: De griezelbus - Paul van Loon
* Groot vel
* Stiften

Les 2: Bloedschilderijen maken
* Rode ecoline
* Tekenpapier
* Rietjes

Les 3: Bang zijn!
* Boek: Merel is bang - Martine Delfos
* Rol behang
* Verf
* Kwasten

Les 4: Zelf griezelboeken lezen
* Boek: Angst in de nacht - Reina ten Bruggenkate
* Boek: Angst op de muur - Else van Erkel
* Boek: Meer angst - Anthony HorowitzBoek: De vampier expres - J.R. Black
* Boek: De griezelbus 1 - Paul van Loon
* Boek: De griezelbus 2 - Paul van Loon
* Boek: De griezelbus 3 - Paul van Loon
* Boek: De griezelbus 4 - Paul van Loon
* Boek: De griezelbus 5 - Paul van Loon
* Boek: De griezelbus 6 - Paul van Loon
* Boek: Dolfje weerwolfje - Paul van Loon
* Boek: Bang - Marian van Gog

Les 5: Lied Griezels
* Cd "De griezeltoer" ISBN: 9789066923324 - Lied "Blijf maar lekker thuis"
* Songtekst van het lied "blijf maar lekker thuis"
* Schrijfpapier
* Pennen

Les 6: Griezelknutsel
Voorbereiding: Alle kinderen nemen een oude sok mee naar school
* Oude sok
* Kosteloos materiaal

Les 7: Griezelverhaal
* Papier om te schrijven
* Pen

donderdag 5 maart 2009

Lessenserie Groep 6 Griezelen


Griezelen

Les 1: Voorlezen De griezelbus + woordweb


Doel:
Het doel van deze les is om het thema Griezels te introduceren.

Inleiding:
Lees het boek "de Griezelbus" van Paul van Loon voor. Bedenk hierbij wel goed of er kinderen in de klas zitten die na dit boek misschien niet meer kunnen slapen. Wanneer dit wel het geval is kun je uit de andere Kippenvel boeken uit de leskist kiezen.

Kern:
Bespreek met de kinderen wat ze het engste deel vonden aan het boek. En wat vonden ze juist helemaal niet eng? Kan datgene wat gebeurde in het boek ook echt gebeuren?

Afsluiting:
Maak samen met de kinderen een woordweb met het woord "Griezelig" in het midden. Omdat iedereen een ander idee heeft bij griezelig komen hier veel verschillende woorden op te staan. Hang dit woordweb op een goed zichtbare plek in de klas en vertel de leerlingen dat de woorden die erop staan tijdens dit project zeker niet fout geschreven mogen worden.

Les 2: Bloedschilderijen maken

Inleiding:
De leerlingen krijgen eerst een aantal plaatjes te zien van bloederige letters (zie bijlage). Hierna leg je ze uit dat ze hun eigen naam ook in bloederige letters gaan schrijven. Dit gaan ze doen met rode ecoline. Wanneer ze een letter schrijven en vanaf de bovenkant blazen met een rietje druipen er "bloed"druppels naar beneden.

Kern:
De kinderen gaan aan de slag.

Afsluiting:
Hang samen met de kinderen de bloedschilderijen op in de klas.

Les 3: Bang zijn!

Doel:
De kinderen duidelijk maken dat iedereen wel eens bang is en dat het belangrijk is om erover te praten.

Inleiding:
Lees het boek 'Merel is bang' voor.

Kern:
Bespreek met de kinderen waar Merel allemaal bang voor was. Stel hierna de vraag of de kinderen wel eens bang zijn en waarvoor dan. Waarschijnlijk kun je ook een voorbeeld geven waar je zelf bang voor bent, want iedereen is wel eens bang.

Afsluiting:
Rol de rol behang uit en laat de kinderen daarop met verf hun angsten tekenen. Hierdoor krijg je een grote poster met alle angsten in één. Hang deze aan de muur, zodat alle kinderen hem goed kunnen zien.

Les 4: Zelf griezelboeken lezen




Inleiding:
Alle griezelboeken uit de leskist liggen uitgespreid op tafel. De kinderen mogen in tweetallen een boek uitkiezen.

Kern:
De kinderen lezen de boeken in tweetallen en maken er een korte samenvatting van.

Afsluiting:
Laat de kinderen het griezeligste deel van hun boek aan een ander tweetal voorlezen. Uit de twee boeken die ze gelezen hebben kiezen ze de engste. Deze engste stukjes worden nog een keer voor de klas voorgelezen. Hierna wordt er gestemd wat het engste boek is.

Les 5: Lied griezels



Inleiding:
Laat de kinderen het lied 'Blijf maar lekker thuis' van de cd 'de Griezeltoer' een aantal keer horen. Hierbij is het belangrijk dat ze de melodie van de coupletten kunnen onthouden.

Kern:
De kinderen gaan in groepjes van 4 een couplet bij het lied schrijven. Deze moet op de melodie van het liedje zijn.

Afsluiting:
Samen met de kinderen zing je het lied nog een keer, maar nu met de eigen gemaakte coupletten.

Les 6: Griezelknutsel

Voorbereiding:
De kinderen nemen allemaal een oude sok mee naar school.
Er wordt kosteloos materiaal verzameld

Inleiding:
In de klas staat een tafel met daarop allerlei kosteloos materiaal. Vertel de kinderen dat ze van de sok de engste griezel gaan maken die ze maar kunnen bedenken. Hiervoor mogen ze van alles gebruiken.

Kern:
De kinderen gaan aan de slag met de materialen en zorgen ervoor dat elke sok er super eng uitziet.

Afsluiting:
Na het creëren van deze sokpoppen gaan de kinderen in groepjes van vier korte poppenkastspelen bedenken die ze uitvoeren voor de klas.

Les 7: Griezelverhalen

Doel:
Vormen van mooie zinnen, zodat er een goed griezelverhaal ontstaat

Inleiding:
Vertel de kinderen dat ze nu heel veel van griezels afweten en eigenlijk wel "Griezelexperts" zijn. Nu kunnen ze hun eigen griezelverhaal gaan schrijven. Vertel van te voren wat voor eisen je stelt aan het verhaal. Dus een titel en een goed einde.

Kern:
De kinderen gaan aan de slag met het verhaal. Geef ze eerst wat tijd om na te denken waarover het verhaal gaat en laat ze daana pas schrijven.

Afsluiting:
Laat de kinderen in momenten waarop er tijd over is de verhalen voorlezen in de klas. Aan het eind van de week wordt er een griezelwinnaar gekozen.

woensdag 4 maart 2009

Leskist Groep 7 Ridders & Kastelen

Ridders en Kastelen


Boekenlijst
Voorlezen:
Boek: De brief voor de koning - Tonke Dragt ISBN: 9789025833923

Zelf lezen:
Boek: Floris - Agave Kruijsen ISBN: 9085680824
Boek: Floris - Gijsbert de Fokkert ISBN: 9789077119990
Boek: Het geheim van ridder Leander - Marion van de Coolwijk ISBN: 9789026131691
Boek: De groene ridder - Frans Herzen ISBN: 9027631891
Boek: De heldendaden van Don Quichot - Miguel de Cervantes ISBN: 9789021616735
Boek: Ridders en rebellen - Ton van Reen ISBN: 9789024521784
Boek: Verhalen van de ronde tafel ISBN: 9085310318

Informatie:
Boek: Het allesboek over ridders - Marian van Gog ISBN: 9789020618037
Boek: Arthur koning van alle tijden - Kevin Crossley-Holland & Peter Malone ISBN: 9789062386710
Boek: Het beste boek over ridders - Philip Steele ISBN: 9789025730727
Boek: Het beste boek over ridders & kastelen - Philip Steele ISBN: 9789025732301
Boek: Bij de ridders - Christa Holtei & Günther Jakobs ISBN: 9789058780454
Boek: Het dagelijks leven bij ons in de twaalfde eeuw - Karel Maartense ISBN: 9789044805345
Boek: Het dagelijks leven in de middeleeuwen - Rolf Schneider ISBN: 9789043902229
Boek: Handboek voor ridders - Sam Taplin ISBN: 9789020619010
Boek: Koning Arthur en de ridders van de ronde tafel - Marcia Williams ISBN: 9025727786
Boek: Middeleeuwse ridders - David Nicolle ISBN: 9789079131181
Boek: Mijn eerste boek over ridders en kastelen - Deborah Murrell ISBN: 9789025741518
Boek: Ridders - Anke Heesbeen ISBN: 9789001132064
Boek: Ridders - Christopher Gravett ISBN: 9789026913198
Boek: Ridders - Stewart Ross ISBN: 9789027637765
Boek: Ridders en kastelen - Jackie Gaff ISBN: 9781405420792
Boek: Ridders en kastelen - Philippe Brochard ISBN: 9789024600588

Materialen per les:
Les 1: De brief voor de koning + woordweb
* Boek - De brief voor de koning
* Groot vel papier
* Stiften

Les 2: Brief in geheimtaal schrijven
* Post-it briefjes of kleine papiertjes voor lootjes
* Doos om de brieven in te verzamelen

Les 3: Ridderfilmpjes
* http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20031127_riddersenkastelen03
* http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050614_middeleeuwen07
* http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20031127_riddersenkastelen01
* http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050614_middeleeuwen08

Les 4: Zelf lezen ridders
* Boek: Het allesboek over ridders - Marian van Gog
* Boek: Arthur koning van alle tijden - Kevin Crossley-Holland & Peter Malone
* Boek: Het beste boek over ridders - Philip Steele
* Boek: Het beste boek over ridders & kastelen - Philip Steele
* Boek: Bij de ridders - Christa Holtei & Günther Jakobs
* Boek: Het dagelijks leven bij ons in de twaalfde eeuw - Karel Maartense
* Boek: Het dagelijks leven in de middeleeuwen - Rolf Schneider
* Boek: Handboek voor ridders - Sam Taplin
* Boek: In de tijd van ridders - Daniëlle Arnaud
* Boek: Kastelen: ridders, feesten, toernooien, wapens - Philip Steele
* Boek: Koning Arthur en de ridders van de ronde tafel - Marcia Williams
* Boek: Middeleeuwse ridders - David Nicolle
* Boek: Mijn eerste boek over ridders en kastelen - Deborah Murrell
* Boek: Ridders - Anke Heesbeen Boek: Ridders - Christopher Gravett
* Boek: Ridders - Stewart Ross
* Boek: Ridders en kastelen - Jackie Gaff
* Boek: Ridders en kastelen - Philippe Brochard
* Papier voor spiekbriefjes
* Pen

Les 5: Film "De brief voor de koning"
* Schrijfpapier
* Pennen

Les 6: Ridderknutsel kasteel
* Karton
* Kosteloos materiaal
* Lijm

Les 7: Cyberwerkblad
* Computers
* Pennen

dinsdag 3 maart 2009

Lessenserie Groep 7 Ridders & Kastelen

















Ridders en Kastelen

Les 1: De brief voor de koning + woordweb

Doel:
Introduceren van het onderwerp ridders

Inleiding:
Schrijf groot op een poster het woord ridders. Laat de kinderen nadenken over het onderwerp en op het vel schrijven wat zij vinden dat bij dit onderwerp hoort.

Kern:
Lees de eerste twee hoofdstukken voor uit "de brief voor de koning".

Afsluiting:
Laat de kinderen naar het vel kijken en vraag of ze er nu nog woorden bij zouden kunnen zetten. Wanneer het vel zo volledig mogelijk is, wordt het op een zichtbare plaats in de klas opgehangen.

Les 2: Brief in geheimtaal schrijven

Inleiding:
Bedenk samen met de kinderen een geheimtaal.
Voorbeeld:
A = Z
B = Y
C = X
D = W
E = V
F = U
G = T
H = S
I = R
J = Q
K = P
L = O
M = N
N = M
O = L
P = K
Q - J
R = I
S = H
T = G
U = F
V = E
W = D
X = C
Y = B
Z = A
Of verzin voor alle letters een bepaald teken en schrijf deze op.

Kern:
Laat de kinderen een lootje trekken en voor dit kind een brief in geheimtaal schrijven. Om het makkelijker te maken is het misschien handig om de brief eerst gewoon te schrijven en dan te vertalen. Zorg wel dat de naam voor wie het is er in gewone taal op staat!

Afsluiting:
Gooi alle brieven in een hoed of doos en deel deze uit. Laat nu de kinderen hun brief ontcijferen en voorlezen voor de klas.

Les 3: ridderfilmpjes


Inleiding:
Deel de klas in vier groepen. Elke groep geef je een tekst uit de bijlage "Ridders en kastelen". Deze tekst gaan ze goed lezen.

Kern:
Samen met de kinderen bekijk je de volgende filmpjes (niet op volgorde), maar zonder geluid.
Filmpje 1
Filmpje 4
Hierna proberen de kinderen te raden bij welk filmpje hun tekst hoort. Dit vullen ze in op het antwoordenblad in de bijlage.

Afsluiting:
Laat de filmpjes nog een keer zien, maar nu met geluid. De kinderen kunnen nu controleren of ze goed geantwoord hadden.


Les 4: Zelf lezen ridders


Inleiding:
De kinderen kiezen een informatief boek over ridders. Ze gaan dit boek zelf lezen. Hierna kiezen ze één van de volgende onderwerpen:
* Ridderkleding
* Kastelen
* Het dagelijks leven van de ridder
* Koning Arthur
* Wapens in de riddertijd
Zorg dat het aantal kinderen wat hetzelfde onderwerp kiest ongeveer gelijk is.

Kern:
De kinderen die hetzelfde onderwerp hebben gekozen gaan samen een spreekbeurt voorbereiden over dat onderwerp. Ze vergelijken de infomatie uit de boeken en discussieren over verschillen.

Afsluiting:
Voor de klas houden de kinderen de spreekbeurt die ze hebben gemaakt over hun onderwerp. Deze moet ongeveer vijf minuten duren. Na alle spreekbeurten wordt er weer naar het woordweb gekeken. Kunnen er nog nieuwe woorden bij?

Les 5: Film "Brief voor de koning"


Inleiding:
Vertel de kinderen dat jullie de film "de brief voor de koning" gaan kijken. Hierbij is het belangrijk dat de kinderen alles wat in de film gebeurt goed begrijpen. De kinderen moeten goed opletten tijdens de film, omdat er na de film een samenvatting gemaakt moet worden.

Kern:
Bekijk samen met de klas de film

Afsluiting:
De kinderen schrijven een samenvatting van de film. Hierbij wordt er vooral gelet op het waarheidsgehalte van wat de kinderen opschrijven en niet zo zeer op de goede zinsvolgorde e.d.

Les 6: Ridderknutsel: kasteel


Inleiding:
Vertel de kinderen dat ze tijdens de les van de informatieboeken veel geleerd hebben over kastelen. Vraag of de kinderen nog weten hoe deze eruit zien en wat er allemaal in zit.
Hierna vertel je dat jullie in de klas ook kastelen gaan maken. Dit doe je in groepjes van ongeveer vier personen.

Kern:
De leerlingen gaan met de materialen aan de slag om een zo echt mogelijk kasteel te maken.

Afsluiting:
Laat de leerlingen bij elkaars kasteel langslopen en kijken naar dingen die ze missen en naar dingen die er eigenlijk niet in horen. Zorg wel dat dit op een positieve manier gebeurd!

Les 7: Cyberwerkblad


Inleiding:
Zorg dat je een aantal computers tot je beschikking hebt waar de kinderen op kunnen werken. Ze krijgen van te voren het vragenblad "Ridders en kastelen". Verder geef je eigenlijk geen instructie.

Kern:
De leerlingen gaan aan de slag met het vragenblad. Wanneer je te weinig computers hebt, verdeel je de klas in verschillende ploegen die tegelijk het blad gaan maken.

Afsluiting:
Bespreek met de kinderen de antwoorden die gevonden zijn. Waarschijnlijk konden ze ook al veel vragen uit hun hoofd beantwoorden, omdat ze tijdens dit project veel geleerd hebben over ridders.

Afsluiting van het project

Als afsluiting van het project is het leuk om met de klas naar het Archeon te gaan. Hier kunnen de kinderen zelf ervaren hoe mensen leefden in de riddertijd. Zie voor meer informatie onderstaande website:
Archeon

maandag 2 maart 2009

Leskist Groep 8 Emoties

Emoties

De volgende materialen heb je nodig om deze lessenserie zo volledig mogelijk uit te kunnen voeren.

Boekenlijst
Voorleesboeken:
Boek: Spijt - Carry Slee ISBN: 9789049920838

Zelf lezen
Afblijven - Carry Slee ISBN: 9789064940842
Radeloos - Carry Slee ISBN: 9789049920890
Kappen - Carry Slee ISBN: 9789064940996
Paniek - Carry Slee ISBN: 9789049920883
Pijnstillers - Carry Slee ISBN: 9789064940415
Razend - Carry Slee ISBN: 9789049920876

Informatie
Boek: Wat voel ik? - O. Brenifier ISBN: 9789076830438
Boek: Hoe voelt dat - 9789066116160

Materialen per les:
Les 1: Voorlezen deel "Spijt"
* Boek: Spijt - Carry Slee

Les 2: Woordweb emoties
* Groot blad papier
* Stiften: (sowieso rood, groen en oranje)

Les 3: Lezen verschillende boeken
* Boek: Afblijven - Carry Slee ISBN: 9789064940842
* Boek: Radeloos - Carry Slee ISBN: 9789049920890
* Boek: Kappen - Carry Slee ISBN: 9789064940996
* Boek: Paniek - Carry Slee ISBN: 9789049920883
* Boek: Pijnstillers - Carry Slee ISBN: 9789064940415
* Boek: Razend - Carry Slee ISBN: 9789049920876

Les 4: Blad emoties + spiegels
* Bijlage "emoties"
* Spiegels

Les 5: Muziekles emoties tekenen
* Tekenpapier
* 6 kleurtjes per leerling
* Muziek: U2 - One

Les 6: Dramales emoties a.d.h.v. boeken
* Samenvattingen uit les 3

Les 7: Gevoelige gedichten
* Papier
* Pen
* Bijlage: Gevoelige gedichten
* Eventueel blad met emoties

zondag 1 maart 2009

Lessenserie Groep 8 Emoties

Emoties


Les 1: Voorlezen deel Spijt


Inleiding:
Lees de achterkant van het boek "Spijt" voor aan de kinderen. Vraag aan de kinderen wat ze vinden van het onderwerp. Wat voor gevoel krijgen ze erbij?

Kern:
Lees vervolgens de stukken uit het boek waarin Jochem gepest wordt.

Afsluiting:
Bespreek na elk fragment wat je voorleest wat de kinderen daarvan vinden en wat ze erbij voelen.

Les 2: Woordweb emoties

Inleiding:
Hang een groot vel papier op het bord waarop in het midden "Emoties" staat en leg er een dikke stift bij. Leg aan de kinderen uit dat er op het vel allerlei emoties komen te staan. Deze mogen ze er zelf op schrijven. Wanneer de kinderen niet weten wat het woord emoties betekent, laat ze dit dan eerst opzoeken in het woordenboek.

Kern:
De leerlingen schrijven het vel vol met emoties.

Afsluiting:
Bespreek met de kinderen welke gevoelens er op het vel staan. Hoe voel je je bij de bepaalde gevoelens? Is het een positief of negatief gevoel? Kleur de positieve gevoelens groen en de negatieve rood. Wanneer er een emotie is waar gemengde meningen over ontstaan, maak je deze oranje. Het vel hang je op in de klas.

Les 3: Lezen verschillende boeken


Inleiding:
Laat de kinderen in groepjes van drie een boek uitkiezen van Carry Slee.

Kern:
De kinderen gaan het boek samen lezen ( dit kun je over een aantal dagen verdelen).

Afsluiting:
De kinderen maken een samenvatting van het boek. Hierin moeten ze de stukken waarin emoties een grote rol spelen onderstrepen. In les 7 komen deze samenvattingen terug.

Les 4: Blad emoties + spiegels


Inleiding:
Deel de kinderen het blad met emoties uit. Laat ze naar deze emoties kijken en vraag een aantal kinderen welke emotie vandaag het beste bij ze past.

Kern:
Geef nu alle kinderen een spiegeltje. Geef ze nu verschillende emoties en laat ze op die manier naar zichzelf kijken.

Afsluiting:
Nu roep je een kind voor de klas die je een emotie influisterd. Dit kind gaat deze emotie uitbeelden voor de klas. De rest van de klas moet raden welke emotie het kind uitbeeldt.


Les 5: Muziekles emoties tekenen


Inleiding:
Vraag aan de kinderen of ze bij bepaalde muziek een bepaald gevoel krijgen. Geef een voorbeeld van jezelf (Marco Borsato met Afscheid nemen bestaat niet maakt verdrietig,bijvoorbeeld)

Kern:
Iedereen heeft een blad papier en zes kleurtjes. Het lied "One" wordt beluisterd door de leerlingen en noteren maximaal zes gevoelens die dit lied bij hen oproept. Elk gevoel wat zij opschrijven geven ze een kleur. Alle gevoelens moeten verschillende kleuren hebben.
Hierna geef je alle kinderen een wit blad. Het witte blad wordt volledig ingekleurd met de "gevoelskleuren" die de kinderen hebben gekozen: Het gevoel wat het sterkst aanwezig is krijgt de grootste oppervlakte. Zo wordt er geminderd tot elk gevoel een gekleurd vak heeft.

Afsluiting:
Bespreek nu samen met de klas welke gevoelens het lied bij hen opriep. Hoe ervaren zij deze gevoelens? Positief of juist negatief? Wanneer ervaren ze deze gevoelens zelf?

Hang de tekeningen op in de klas, zodat de kinderen van elkaar kunnen zien welke gevoelens het lied bij hen opriep.

Les 6: Dramales emoties a.d.h.v. boeken


Inleiding:
De kinderen pakken de samenvatting die ze in les 3 hebben gemaakt er weer bij. Ze zoeken hierbij een stukje uit waarin veel emoties naar voren komen. Deze emoties noteren ze van te voren.

Kern:
Bij dit fragment gaan ze een toneelstukje maken. Dit mag het nadoen van het boek zijn, maar ook een heel ander stukje, waarbij wel dezelfde emoties als in het fragment naar voren komen.

Afsluiting:
De kinderen voeren de toneelstukjes op voor de klas. Tijdens deze toneelstukjes schrijft de rest van de klas op welke emoties zij vinden dat er geuit worden. Deze emoties worden later vergeleken met de emoties die het toneelgroepje van te voren had opgeschreven.

Les 7: Gevoelige gedichten

Inleiding:
Vertel de kinderen dat ze een gedicht gaan schrijven over een emotie. Laat hierbij de gedichten die in de bijlage "Gevoelige gedichten" staan eerst lezen. Hierdoor kunnen ze zien dat niet alle gedichten hoeven te rijmen en dat er gedichten bestaan over allerlei gevoelens. Bedenk ook samen met de kinderen waar de gedichten over zullen gaan en wat ze zullen betekenen.

Kern:
De kinderen gaan nu zelf aan de slag met hun gedicht. Voor het uitkiezen van de emotie kunnen ze eventueel het blad met de emoties gebruiken.

Afsluiting:
In groepjes van vier dragen de kinderen hun gedichten voor. Het beste gedicht wordt gekozen. Deze gedichten worden voorgelezen voor de klas. Er wordt gestemd welk gedicht het meeste emotie bevat. De uiteindelijke winnaar wordt op een goed zichtbare plaats in de klas gehangen.