zaterdag 7 maart 2009

Lessenserie Groep 5 Pesten

Pesten

Les 1: Voorlezen 'Treiterkoppen' en een woordweb



Lesdoel:
Het doel van deze les is om het onderwerp pesten te introduceren.

Inleiding:
Je vraagt de kinderen of ze aan de titel van het boek kunnen zien waar het over zal gaan. Waarschijnlijk komen ze met het woord treiteren al een heel eind. Om erachter te komen of het waar is, ga je het boek voorlezen

Kern:
Je leest het boek voor. Dit hoeft natuurlijk niet in één keer, maar kun je ook uitspreiden over een heel periode. Het ligt er aan hoe lang je voor dit project wilt gebruiken.

Afsluiting:
Samen met de kinderen maak je als het boek uit is een woordweb op een groot blad wat je op een tafel neerlegt. De kinderen mogen alle woorden erop schrijven waarvan zij vinden dat het met pesten te maken heeft. Wanneer alles erop staat bespreek je met de kinderen waarom zij die woorden erop hebben gezet.

Tip! Hang het woordweb aan de muur, zodat de kinderen het kunnen zien tijdens dit project.

Les 2: Rollenspel pester/slachtoffer




Lesdoel:
De kinderen ervaren hoe het is om een pester te zijn, maar ook hoe het is om gepest te worden.

Inleiding:
Vertel de kinderen dat om de beurt één kind Olaf Stans is uit het boek 'Treiterkoppen'. Een ander kind is Derk. Daarnaast heb je nog een paar meelopers. Ook is er nog een Jacco. Lees een stukje uit het boek nog een keer voor.

Kern:
De kinderen zitten in een kring. Kies een aantal kinderen uit de klas die de situatie na gaan spelen in de kring. Zorg er hierbij wel voor dat sociaal zwakke kinderen en kinderen waarvan je weet dat ze gepest worden geen Olaf zijn. Geef de kinderen ongeveer 5 minuten om zich voor te bereiden. Hierna voeren ze het stukje uit in de kring.

Afsluiting:
Wanneer de hele klas geweest is vraag je aan degene die Olaf gespeeld hebben wat diegene voelde toen hij gepest werd. Ook stel je die vraag aan de pesters en aan de meelopers. Vraag ook aan de kinderen welke rol ze het liefst zouden willen hebben.

Les 3: Pesten is geen spelletje


Inleiding:
Vraag aan de kinderen of ze liedjes kennen waarin pesten voorkomt. Wanneer ze er een paar genoemd hebben deel je de songtekst uit.

Kern:
Samen met de leerlingen ga je naar de tekst kijken. Bespreek eerst met de kinderen welke gevoelens ze allemaal tegenkomen in de tekst. Hierna ga je kijken naar de manieren waarop er gepest wordt. Bespreek ook met de kinderen of zij iemand zouden vergeven die hen pest en waarom of waarom niet.

Afsluiting:
Zing het lied een aantal keer met de kinderen.

Les 4: Zelf lezen over pesten

Doel:
De leerlingen leren om een verhaal samen te vatten en hierna te vertellen aan een andere leerling

Inleiding:
Laat de leerlingen in tweetallen een boek uitkiezen met een titel die ze aanspreekt. Vertel ze dat ze dit boek goed moeten gaan lezen, omdat ze als het boek uit is andere kinderen moeten kunnen vertellen waar hun boek over ging.

Kern:
De kinderen lezen de boeken in tweetallen

Afsluiting:
In kleine groepjes vertellen de leerlingen in 5 minuten hun verhaal aan andere leerlingen. Wanneer ze uitverteld zijn mogen de andere kinderen in het groepje vragen stellen. Dan worden de rollen omgedraaid. Uiteindelijk wordt in het groepje het spannendste boek gekozen. Het groepje wat dat boek heeft gelezen vertelt nog een keer aan de klas waar het boek over ging. Na alle spannendste verhalen te hebben gehoord wordt het spannendste boek gekozen.

Les 5: Scheldwoorden

Inleiding:
Vraag aan de kinderen om op een blaadje zo veel mogelijk scheldwoorden te schrijven in vijf minuten. Laat het kind wat aan het eind van de vijf minuten de meeste scheldwoorden heeft deze oplezen.

Kern:
Vraag aan de kinderen wat nu eigenlijk de functie is van scheldwoorden. Waarom gebruik je scheldwoorden? Wat voor gevoel hoort er bij scheldwoorden. Hoe vind je het wanneer iemand je uitscheldt?

Afsluiting:
Bedenk samen met de kinderen andere woorden voor de woorden die ze hadden bedacht. Deze nieuwe woorden moeten juist niet kwetsend zijn. Voorbeeld: G.V.D. = Pot vol blommen, Shit = Chips etc.

Les 6: Elfje over pesten

Inleiding:
Vertel de kinderen dat ze wel gemerkt hebben dat er bij pesten veel gevoelens komen kijken. Gevoelens zie je ook vaak terug in gedichten. Vandaag gaan jullie ook een soort gedichtje schrijven over gevoelens.

Kern:
Geef de kinderen de bijlage 'Elfjes'
Leg uit hoe een elfje in elkaar zit:
De eerste regel heeft één woord, de tweede twee enz. De vijfde regel heeft weer een woord en bevat een samenvatting van het geheel. Een elfje is dus een woordentellend vers.
Voorbeeld:

Ruzie
Hij Scheldt
Het doet pijn
Ik wil het niet
Pesten

Afsluiting:
Laat de kinderen de gedichtjes voor de klas voorlezen en plak deze daarna op een grote poster in de klas. Hier kunnen de kinderen hun gedichtjes nog een keer nalezen en nadenken over gevoelens.

Les 7: Pestprotocol


Voorbereiding:
Kopieer het protocol voor de hele klas
Zorg ervoor dat je één heel groot pestprotocol hebt wat je op een gekleurd blad plakt.

Inleiding:
Deel de regels van het pestprotocol uit aan de leerlingen en laat ze deze even rustig lezen.

Kern:
Bespreek alle regels eventjes: vraag wat ermee bedoelt wordt. Kunnen de leerlingen een voorbeeld geven?

Afsluiting:
Op het grote blad met het pestprotocol zetten de kinderen hun handtekening. Dit betekent dat ze zich aan de regels zullen houden en dat je als leerkracht terug kan vallen op deze regels, omdat de leerling wordt geacht ze te kennen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten